De Belemniet

Home

Onderwerpen

Producten

Excursiepunten

Contact

Links

Over ons

Sitemap

Vuistbijlen ofwel bifaces

Stenen slachtwerktuigen van de mens uit de Oude Steentijd (Paleolithicum) 

Deutsche Version Deutsche Version

vuistbijlen bifaces
Afbeelding 1. Twee bifaces uit Noord-Frankrijk (met vooraanzicht, zijaanzicht en achteraanzicht). Het linker exemplaar is van vuursteen, het rechter van kwartsiet. Lengte speld: 3 cm.

Hoewel we in Nederland van vuistbijlen spreken, zal hier voor de verdere uitwerking van dit onderwerp van de Franse naam 'bifaces' gebruikgemaakt worden. De naam vuistbijl voor dit soort werktuigen is volgens ons namelijk iets ongelukkig gekozen. Want gaat het wel om een bijl die in de vuist gehouden wordt? De Franse naam biface (met twee zijden, met twee kanten) lijkt ons meer geschikt omdat het hier om een special soort tweezijdig bewerkte stenen artefacten gaat. De naam biface zegt dan iets over de vorm en niet over de functie. In het onderstaande zal dit verder verduidelijkt worden. 

De afbeeldingen geven een goed idee van de vormenrijkdom van bifaces en van de gesteenten waaruit ze gemaakt zijn.

vuistbijlen bifaces
Afbeelding 2. Biface van kwartsiet uit Noord-Frankrijk (links) en vuurstenen biface uit Rijckholt/St.Geertruid, Nederland (rechts).

De oudste bifaces stammen uit het Vroeg-Paleolithicum. Ze zijn zo'n 1,6 à 1,7 miljoen jaar oud en men heeft ze gevonden in Oost-Afrika. Tijdens het Midden-Paleolithicum beginnen ze langzamerhand minder voor te komen. De jongste exemplaren zijn zo'n 40.000 jaar oud. 

vuistbijlen bifaces
Afbeelding 3. Twee vuistbijlen van kwartsiet uit Noord-Afrika (met vooraanzicht, zijaanzicht en achteraanzicht). Lengte speld: 3 cm.

Bifaces werden gemaakt door van een stuk (vuur)steen aan beide zijden stukken af te slaan waardoor de voor- en achterzijde top op zekere hoogte een symmetrie laten zien. Maar ook de zijden zelf kennen vaak een zekere symmetrie. Dat die symmetrie maar tot op zekere hoogte geldt, is te zien op de afbeeldingen bij dit onderwerp. De zijkanten van bifaces hebben scherpe snijvlakken die door alternerend weggeslagen scherfjes een zekere karteling vertonen. 

vuistbijlen bifaces
Afbeelding 4. Twee vuistbijlen uit Noord-Afrika (met vooraanzicht, zijaanzicht en achteraanzicht). Het exemplaar links is van kwartsitische zandsteen, het exemplaar rechts bestaat waarschijnlijk uit een vulkanisch gesteente. Lengte speld: 3 cm.

De ene biface is zeker de andere niet: we kennen verschillende types. De Franse professor François Bordes heeft voor al die types een typologie opgesteld die op de vormen gebaseerd is. Zo zijn er onder andere bifaces lancéolés, bifaces micoquiens en bifaces amygdaloïdes.

vuistbijlen bifaces
Afbeelding 5. Twee vuistbijlen van vulkanisch gesteente uit Noord-Afrika (met vooraanzicht, zijaanzicht en achteraanzicht). Lengte speld: 3 cm.

Lang niet altijd werd er vuursteen gebruikt om bifaces te maken. Ook vooral kwarts, kwartsiet en vulkanische gesteenten waren in trek voor de fabricage ervan.

vuistbijlen bifaces
Afbeelding 6. Vuurstenen vuistbijl uit Rijckholt/St.Geertruid, Nederland (links) en vuurstenen vuistbijl uit Noord-Frankrijk (rechts). Lengte speld: 3 cm.

Van bifaces wordt vaak beweerd dat ze een soort Zwitserse zakmessen van de vroege steentijd waren. Het Zwitserse zakmes staat bekend vanwege zijn vele functies. Ook de biface zou zo'n multifunctioneel werktuig zijn. In werkelijkheid kennen we echter nog lang niet alle details over het precieze gebruik. Dit komt voor een belangrijk deel doordat er bij de oudere exemplaren nauwelijks gebruikssporenonderzoek is gedaan. Bovendien kennen we bij nu nog bestaande natuurvolkeren geen moderne equivalenten van dit soort werktuigen. Voor de jongere exemplaren kan aan de hand van gebruikssporenonderzoek gezegd worden dat het een soort slagerswerktuigen waren die vooral geschikt waren om grotere dieren mee te slachten. Doordat in Oost-Afrika bifaces zijn gevonden op slachtplaatsen met botten van zulke grotere dieren, mogen we ze daar ook wel tot de slachtwerktuigen rekenen. In helder Nederlands zouden we ze dan ook de slagersmessen van de mens uit de oude steentijd kunnen noemen.

experimenteer vervaardigde vuistbijl
Afbeelding 7. Experimenteel vervaardigde vuistbijlen van kwartsiet (links) en kwarts (rechts). Kwarts en kwartsiet zijn taaier dan vuursteen. Dat betekent niet alleen dat het bewerken ervan wat moeilijker is maar dat bifaces van dit materiaal minder snel afsplinteren en dus steviger zijn. In het algemeen zijn ze wel wat minder scherp dan vuurstenen exemplaren. Lengte speld: 3 cm.

experimenteel vervaardigde vuistbijl
Afbeelding 8. Drie experimenteel vervaardigde bifaces van grijze en zwarte vuursteen. Van het laatste exemplaar is zowel voor- als zijaanzicht te zien. Vuursteen laat zich gemakkelijker bewerken dan kwarts of kwartsiet. Artefacten van dit gesteente zijn over het algemeen gezien wat scherper dan exemplaren van kwarts of kwartsiet. Wel splinteren ze sneller af. Lengte speld: 3 cm.

We gaan ervan uit dat bij de bifaces de steen direct in de hand werd gehouden om ermee te kunnen werken. Of dit soort werktuigen of sommige exemplaren ervan ooit van een steel voorzien zijn geweest, weten we echter niet doordat organische materialen die daarbij gebruikt zouden kunnen zijn, vergaan zijn. Sporen die in die richting wijzen, kennen we niet. Maar dat wil niet zeggen dat we de mogelijkheid geheel kunnen uitsluiten. De naam 'vuistbijl' voor dit soort werktuigen lijkt ons dan ook niet geheel op zijn plaats. Zeker ook omdat het geen echte bijlen waren. 

experimenteel vervaardigde vuistbijl
Afbeelding 9. Experiment met het maken artefacten uit vuursteen. Foto linksboven: Naast grote vuursteenscherven gebruiken we kleine hamerstenen (kloppers) van kwartsiet (links in de foto) en hamers van hertegewei (rechts in de foto). Foto rechtsboven: Biface (vuistbijl) gemaakt uit een van deze scherven. Op de achtergrond ligt naast de hamers ook bewerkingsafval. Foto linksonder: Van deze grote vuursteenscherf maken we een bijltje zoals we dat kennen uit het Neolithicum (Nieuwe Steentijd). Dat bijltje is op de foto rechtsonder te zien. Het is daar geflankeerd door echte bijltjes uit het Neolithicum die afkomstig zijn uit Rijckholt/St.Geertruid. Neolithische bijlen worden door de leek weleens vuistbijlen genoemd. Ze hebben echter niets met vuistbijlen te maken. Ze zijn namelijk veel jonger en ze werden in tegenstelling tot de vuistbijlen (bifaces) wel (en dan ingesteeld) als bijlen gebruikt.

Bifaces komen we niet overal ter wereld tegen. Naast hun voorkomen in Afrika en Europa vinden we ze alleen in het westen van Eurazië, in India en in het westen van China. 

biface vuistbijl
Afbeelding 10. Vooraanzicht, beide zijaanzichten en achteraanzicht van een vroeg type biface van kwartsiet uit de omgeving van Toulouse in Zuid-Frankrijk. Op de twee linker foto's is nog goed een deel van het oorspronkelijke oppervlak van de zwerfsteen (rolsteen) te zien waaruit het artefact gemaakt is. Lengte speld: 3 cm.

Voor wie meer over (vuur)stenen bifaces (vuistbijlen) wil weten, zijn wellicht de onderstaande werken interessant. Voor het schrijven van dit item over vuistbijlen ofwel bifaces is ook van deze werken gebruikgemaakt.

Vuurstenen werktuigen (technologie op het scherp van de snede) uit 2010 van Jaap Beuker behandelt allerlei facetten van vuursteen en de (experimentele) bewerking ervan voor het maken van stenen werktuigen. Ook vuistbijlen (bifaces) komen er in ter sprake. Het is een uitgave van Sidestone Press in Leiden (274 bladzijden). 

Flinthandwerk uit 2017 van Wulf Hein en Marquardt Lund is een boek in de Duitse taal dat allerlei facetten van vuursteen en de (experimentele) bewerking ervan voor het maken van stenen werktuigen behandelt. Ook het maken van bifaces wordt erin besproken. Het is een uitgave van Verlag Angelika Hörnig (370 bladzijden). 

• De Franstalige Typologie du Paleolithique Ancien et Moyen uit 1979 van François Bordes bestaat uit een tekstboek en een boek met afbeeldingen (tekeningen) van stenen werktuigen uit het Vroeg- en Midden-Paleolithicum. We vinden er de diverse types bifaces in. Het is een uitgave van Editions du Centre National de la Recherche Scientifique uit Parijs. 

Bifaces Acheuléens en silex de Provenance Française uit 1950 is een Franstalig werk van Madeleine Ophoven & J. Hamal-Nandrin dat is uitgegeven in Liège (Luik). De uitgeverij is onbekend. Het werk bevat goede zwart/wit foto's van meerdere types vuistbijlen die in Noord-Frankrijk zijn gevonden. 

Making silent stones speak uit 1993 van Kathy D. Schick en Nicholas Toth bevat een interessante paragraaf over het gebruik van bifaces. Het is een uitgave van Weidenfeld and Nicolson uit London. 

Biface, Wikipedia (Franstalige versie van 30 januari 2019).

Tekst en foto's: Jan Weertz
© De Belemniet