 |
Afbeelding 2
Deze door Het Rariteiten
Kabinet in Den Haag geconserveerde Gewone pijlinktvis (Loligo vulgaris)
komt ook in de Noordzee voor. Hij lijkt erg veel op de belemnieten die
op deze pagina beschreven worden. De speld is 3 cm lang. |

|
Afbeelding 3
Belemniet
in vuursteen (met opname van dichtbij) uit de Krijtperiode (Limburg, België). De speld
is drie centimeter lang.
|
 |
Afbeelding 4
Het inwendige skelet (onderkant en bovenkant) van een sepia ofwel zeekat
dat we soms aan het strand vinden. |
Zeekatten ofwel sepia's
Een andere soort
inktvissen in
de
Noordzee zijn de zeekatten ofwel sepia's (afbeelding 4). Hun inwendige schelp vinden
we
regelmatig op de stranden langs de Noordzee. Deze schelpen bestaan uit
aragoniet en ze worden in dierenwinkels wel als zeeschuim verkocht om
als
kalkbron voor vogels te dienen. De platte inwendige schelpen van de
sepia zien
er echter heel anders uit dan die van belemnieten die kogelvormig zijn.

|
Afbeelding 5
Belemnieten komen soms vanzelf los uit het
gesteente waarin ze oorspronkelijk zijn afgezet. De achtergebleven
holte wijst dan op de aanvankelijke aanwezigheid van het fossiel. Dat
is hier te zien bij deze kernsteen
uit de steentijd die bij Rijckholt
in Zuid-Limburg is gevonden. |
Wanneer leefde belemnieten?
We kennen belemnieten uit
het Paleozoïcum en
Mesozoïcum. Ze kwamen het meeste voor tijdens Jura en Krijt.
Aan het einde van
het Krijt stierven ze uit.

|
Afbeelding 6
Verschillende soorten belemnieten met
verschillende groottes (de speld is drie centimeter lang)
(1) Belemnellocamax mammilatus
- Boven Krijt - Ignaberga (Zweden)
(2) Belemnopsis bessina
- Jura - Bathonien - Marnes de Port-en-Bessin - Port-en-Bessin
Frankrijk
(3) Neoclavibelus subclavatus
- Jura - Toarcien - Altdorf - Duitsland
(4) Gonioteuthis quadrata quadrata -
Krijt - Campanien - Höver - groeve Alemannia - Duitsland
(5) Passaloteuthis sp.
- Jura - Toarcien - Mistelgau - Duitsland
(6) Hibolites calloviensis
- Jura - Callovien - Würgau - Duitsland
(8) Passaloteuthis paxillosus
- Jura - Pliensbachien - Eislingen - B10 wegenwerken - Duitsland
(9) Gonioteuthis quadrata
- Krijt - Campanien - Höver - Duitsland
|
Iets meer over het leven van belemnieten
De levenswijze van de belemnieten zal op die
van onze moderne
zeekatten (sepia's) en pijlinktvissen hebben geleken. Wellicht hebben
belemnieten
in scholen geleefd. Zuignappen zoals we die van tegenwoordige
inktvissen
kennen, hadden de belemnieten niet. In de plaats daarvan hadden ze
haakjes van
kalkfosfaat om de prooi vast te grijpen. Hun snavelachtige, hoornen
kaak is
vergelijkbaar met die van de pijlinktvissen en zeekatten. Als voedsel
zullen
waarschijnlijk onder andere vissen hebben gediend. Zelf zullen de
belemnieten
weer zijn opgegeten door andere roofdieren zoals de uitgestorven
ichthyosaurus.
In fossiele magen van deze zeereptielen zijn namelijk wel vaker
kalkfosfaten
haakjes van de vangarmen van belemnieten gevonden. Belemnieten konden
zo'n vier
jaar oud worden.

|
Afbeelding 7
Belemnieten vinden we in Zuid-Limburg veelvuldig in de Kalksteen van Vijlen
die tot de Formatie van
Gulpen behoort (zie
afbeelding 10). Om ze te vinden, hoef
je
lang niet altijd in de kalksteenafzettingen uit de Krijtperiode zelf te
zoeken. Bij deze afbeelding wordt aan de rand van een holle weg bij
Pesaken in de
berm gekeken in grond die door dassen bij het graven van hun burcht
(hol) naar buiten is gewerkt (midden). Doordat de
dassen bij het
graven in de juiste afzettingen terechtkomen, vinden ook belemnieten
hun weg naar buiten, zoals rechts in de afbeelding te zien is. Bij het
zoeken is het natuurlijk wel zaak om op de weg te blijven en niet over
de uitgeworpen grond in de helling omhoog te klauteren. Ook in
molshopen kunnen op deze manier belemnieten gevonden worden. |
Fossiele overblijfselen van belemnieten
Rostrum, phragmocoon en proöstracum
(afbeelding 8) vormen
tezamen het inwendige skelet van een belemniet. Als fossiele
overblijfselen van
belemnieten vinden we tegenwoordig meestal alleen maar het achterste
deel van
de inwendige schelp terug. We noemen dit het rostrum.
In de volksmond
wordt dit rostrum net
zoals het gehele dier gewoon 'belemniet' genoemd. De holte
aan de
voorkant van dit rostrum
noemen we de alveolus.
Als we belemnieten
vinden, is
deze alveolus
vaak afgebroken en dus verdwenen. Soms is de alveolus
wel
nog
aanwezig en in zeldzame gevallen treffen we nog het phragmocoon aan;
een
conisch uitlopend schelpdeel aan de voorkant. Tenslotte groeit aan de
voorkant
van het phragmocoon
het proöstracum.
Maar ook dat treffen we vrijwel
nooit aan
als we belemnieten vinden. Het fragiele phragmocoon
bestaat
uit
aragoniet. Het
massieve en daardoor robustere rostrum
daarentegen is van calciet.
Daardoor
fossiliseert het rostrum
beter.

|
Afbeelding 8
Schema van een belemniet. Rondom een rostrum dat
in Zuid-Limburg is gevonden, is een reconstructie gemaakt. De delen in
witte tekst zijn weke delen. Van de tentakels zijn er hier zes van de
tien weergegeven. De delen in groene tekst zijn harde delen.
In het algemeen wordt alleen het rostrum
met soms nog een stukje van de aveolus
teruggevonden.
|

|
Afbeelding 9
Boven: Bij deze belemnieten
uit Zuid-Limburg is
de aveolus nog
zichtbaar. Onder: Uit Jurakalksteen in Duitsland zijn goed geconserveerde belemnieten bekend. De alveolus en het phragmocoon zijn hier nog
aanwezig. |
Waar worden belemnieten in Zuid-Limburg gevonden?
Dergelijke
rostra kunnen we in bepaalde afzettingen in grote aantallen aantreffen.
Zo vinden we ze veelvuldig in Zuid-Limburg in bepaalde delen van de
Formatie van Gulpen (Boven-Krijt). Daar komen ze in het gebied tussen
Slenaken, Gulpen en Vaals in bepaalde delen van de tot deze formatie
behorende Kalksteen van Vijlen (zie de schema's in de
afbeelding hieronder)
zo massaal voor, dat we die laag wel het belemnietenkerkhof
noemen.
Vooral in de dalhellingen van de rivieren Gulp en Geul zijn
ontsluitingen aan te treffen. Helaas bieden deze ontsluitingen lang
niet altijd goede vindplaatsen. Oude groeves liggen vaak op
privéterrein. Bovendien zijn ze vervallen en door de
vegetatie
weer overwoekerd, waardoor zoeken naar de fossielen vrijwel onmogelijk
is. De ontsluitingen bevinden zich echter ook in de bermen van (holle)
wegen. Als daar op de juiste plekken mollen en dassen de ondergrond
tijdens hun graafwerkzaamheden naar buiten werken, zijn daar nogal eens
rostra te vinden (afbeelding 7). Vroeger werden op goede vindplaatsen meerdere
honderden exemplaren per vierkante meter gevonden. Naast deze rijkdom
aan belemnieten in vooral een glauconietlaag in de Kalksteen van Vijlen
vinden we aanrijkingen ervan in een glauconietlaag in de Kalksteen van
Beutenaken.
 |
 |
Afbeelding
10
In het Boven-Krijt van Zuid-Limburg komen we lithostratigrafisch gezien
vier Formaties
tegen (links) die op hun beurt weer opgedeeld zijn
in een aantal Afzettingen.
Bij de Formatie van Gulpen komen we zeven van die Afzettingen tegen
(rechts). Het belemnietenkerkhof
hoort daarbij in de Kalksteen van
Vijlen. |
Levende belemnieten waren veel groter dan de fossiele rostra die we tegenwoordig terugvinden.
Hoewel
we
meestal alleen het rostrum terugvinden, zijn ook goed geconserveerde
belemnieten bekend. Daarbij zijn zelfs de weke delen herkenbaar. Door
deze
vondsten weten we dat levende dieren overigens veel groter waren dan
uit de
gevonden rostra blijkt.

|
Afbeelding
11
Belemnieten uit de Kalksteen
van Vijlen (zie
afbeelding 10),
gevonden in Zuid-Limburg in grond
die door dieren tijdens het graven van hun holen en gangen naar buiten
is
gewerkt (links). Sommige exemplaren (midden) zijn flink
verweerd. Bij het
afgebroken rostrum van belemnieten uit Mistelgau in Duitsland (Juraperiode - rechts) zien we een structuur van radiale
vezelkristallen. |