Het
voorkomen van vuursteen is heel divers. Vindplaatsen van vuursteen zijn
er legio. Zo komen we dit gesteente als concretie in kalksteen uit
diverse geologische perioden in lagen (banken) tegen. In Nederland en
omringende landen zoals België, Duitsland, Frankrijk,
Groot-Brittannië, Polen en Denemarken kennen we hem vooral uit
de kalkstenen van de Krijtperiode. Maar in sommige van die landen, en
dan met name in Duitsland en Polen kennen we vuursteen ook uit de
Juraperiode. Nog ouder is vuursteen uit het Carboon en Devoon,
bijvoorbeeld uit België die meer bekend staat als chert. Om de
vuursteen in situ (in de oorspronkelijke plaats van afzetting) te
vinden, moeten we voornamelijk een kijkje nemen in kalksteengroeven en
bij kalksteenkliffen. Dergelijke kalksteengroeven liggen in Nederland
in het zuiden van de provincie Limburg en aan de andere kant van de
grens, in België. Deze groeven zijn echter lang niet altijd
vrij toegankelijk. In het Nederlands-Belgische grensgebied is vuursteen
ook op makkelijker bereikbare plaatsen te bezichtigen. Een mooi
voorbeeld daarvan vinden we ten zuiden van Maastricht bij het Belgische
plaatsje Ternaaien (Lanaye in het Frans). Langs de Maas liggen naast de
weg hoge kalksteenwanden met verscheidene vuursteenbanken.
|
Afbeelding
1. Vuursteenbanken in de kalksteengroeve van de ENCI
bij Maastricht laten een duidelijke gelaagdheid zien. Aan de man
linksonder in het beeld is te zien hoe hoog deze wand is (links). De middelste foto is
een close-up van twee van die vuursteenbanken. Rechts
is een wand met vuursteenbanken in Groeve 't Rooth bij Cadier en Keer
(NL) te zien. |
|
Afbeelding
2. Langs de Maas bij Ternaaien (B) vinden we hoge
kalksteenwanden met vuursteenbanken. |
|
Afbeelding
3. Chert uit het Carboon bij Rivage (B). |
Voorbeelden
van kalksteenkliffen met vuursteen zijn Cap Blanc Nez aan de Kanaalkust
in Frankrijk en de White Cliffs of Dover die aan de overkant van het
Kanaal in Kent in Groot-Brittannië liggen. Verder zijn er
Møns Klint op het Deense eiland Møn, Stevns Klint
op Seeland, eveneens in Denemarken en Kap Arkona op het Duitse eiland
Rügen. Zulke kliffen worden door verwering en erosie, vooral
kusterosie, aangetast. Hierdoor storten zo nu en dan grotere
kalksteenmassa's naar beneden en dat maakt het lopen aan de onderkant
van deze kliffen niet geheel ongevaarlijk. Door deze afbraak van de
kalksteenkliffen komt ook de erin aanwezige vuursteen vrij. Deze wordt
in de brandingszone door de golven heen en weer gerold. Wie aan de
klifkust op de grens van zee en land langs zulke gerolde
vuursteenpakketten loopt, hoort bij elke golf een weer terugkerend
geklepper van rolstenen die tegen elkaar botsen. De verdere afronding
en afbraak van de vuurstenen is dan in volle gang.
|
Afbeelding
4. Bij Cap Blanc Nez aan de Kanaalkust in Frankrijk
vinden we onder aan de kalksteenkliffen uit de Krijtperiode veel
gerolde vuurstenen. |
|
Afbeelding
5. Bij Møns Klint in Denemarken liggen
onder aan
de
kalksteenkliffen uit de Krijtperiode veel gerolde vuurstenen. In de
kalksteen zijn de vuursteenbanken goed te zien (gele pijlen, midden). |
|
Afbeelding
6. Onder
aan
de kalksteenkliffen uit de Krijtperiode bij Stevns Klint in Denemarken
vinden we veel gerolde vuurstenen. Bij de middelste foto is te
zien hoe de vuursteen in de kalksteen van de klif
zit. |
Tijdens
grote delen van het Tertiair was Zuid-Limburg nog kustgebied en daar
moeten de kalksteenafzettingen uit de Krijtperiode ook kalksteenkliffen
hebben gevormd. Daar zullen de vuurstenen uit de kalksteen in de
branding eveneens zijn afgerond. We treffen lagen met deze afgeronde
vuurstenen (vaak Maaseitjes genoemd) tegenwoordig nog aan in bepaalde
Tertiaire afzettingen in zuidoost Limburg. Doordat deze afzettingen
naderhand weer zijn afgebroken en de erin aanwezige vuurstenen verder
zijn verspreid, liggen ze her en der op allerlei plaatsen in het
gebied, bijvoorbeeld op braakliggende akkers en op veld- en boswegen.
Maar ze zijn ook in riviergrind terechtgekomen. Dankzij de grindwinning
komen ze daardoor vaak in zakken grind voor die bij de bouwmarkt of het
tuincentrum te koop zijn. En in het verlengde daarvan liggen ze ook
vaak in het grindpad en de oprit naast het huis.
Vuursteen
die door verwering en erosie uit de kalksteen is vrijgekomen, blijft
dus lang niet altijd in het gebied liggen waar hij oorspronkelijk is
afgezet. Rivieren en gletsjers zorgen ervoor dat het gesteente naar
elders wordt getransporteerd. In Nederland treffen we zo vuursteen aan
in de rivierafzettingen vooral van Maas en Rijn. We vinden de vuursteen
dan bijvoorbeeld langs de rivieren zelf maar ook in grindgroeves die
echter lang niet altijd vrij toegankelijk zijn. Vuursteen die in
Nederland is aangevoerd door gletsjers tijdens het voorlaatste glaciaal
komen we in de zogenaamde keileem in het midden en noorden van het land
tegen. Vóór de aanleg van de Afsluitdijk, toen
het IJsselmeer nog Zuiderzee heette, konden we deze keileem aan de kust
in kliffen zoals de Oude Mirdumerklif in het Gaasterland in Friesland
bekijken. Tegenwoordig zijn we echter afhankelijk van ontsluitingen
door huizenbouw (bouwputten) en wegenaanleg om de keileem te kunnen
zien. Keileemkliffen zijn er nog langs de Duitse Ostseekust,
bijvoorbeeld bij Heiligenhafen. Op het strand voor deze kliffen liggen
allerlei soorten stenen die uit deze keileem afkomstig zijn. Een
behoorlijk deel van deze stenen bestaat uit vuursteen.
|
Afbeelding
7. De keileemkliffen bij Heiligenhafen aan de Ostsee
in Duitsland. Op het strand voor de klif liggen massa's
zwerfstenen (enkele vuurstenen zijn met een pijl aangegeven) die uit de
klif geërodeerd zijn (links
en rechts). Ook in de keileemwand
zelf
zien we de vuursteen zitten (midden). |
Erosie
en verwering hebben ervoor gezorgd dat zwerfstenen zoals vuurstenen uit
rivierafzettingen en uit keileem ook aangetroffen worden in
heidegebieden en op akkers die tijdens de winter braak liggen. Maar ook
hier geldt weer dat voor veel van deze plekken toestemming nodig is om
ze te mogen betreden.
|
Afbeelding
8. Vuursteeneluvium in het zuidoosten van Limburg
zit
vaak vlakbij de oppervlakte zoals hier te zien is bij
graafwerkzaamheden in Slenaken (links).
Bij geologisch monument
Zevenwegen (midden)
is het vuursteeneluvium doorspekt met vuurstenen (rechts). |
Gedurende
het laatste deel van het Tertiair kende onder andere het boven zee
liggende zuidoosten van Limburg en de aangrenzende buitenlandse
gebieden een intensieve verwering. Door deze verwering werd de
kalksteen uit de Krijtperiode afgebroken en opgelost. Alles wat ervan
overbleef, was een verweringspakket van plakkerige, taaie leem waarin
grote aantallen verbrokkelde vuurstenen voorkomen. Dit
verweringsmateriaal staat bekend als vuursteeneluvium en we kunnen het
vinden in de omgeving van Epen, Vijlen en Vaals. Vroeger werd het wel
in kleine dagbouwgroeves gewonnen om wegen mee te verharden. Een
dergelijk groevewandje vormt tegenwoordig het geologisch monument
Zevenwegen dat ligt langs de weg die door het Vijlenerbosch van Epen
naar Vaals gaat.
Tekst:
Jan Weertz
Foto's:
Jan en Els Weertz