|
|||||||||||||
IJzerslakken: hoe zien ze er uit?Slakken uit de smeedijzerindustrie en hoogovenslakken
Slakken van de smeedijzerindustrie Van de ijzerovens waarin dit proces plaatsvond, kennen we twee types wat de soorten ijzerslakken betreft. Enerzijds hebben we de aftapovens (afbeelding 1). Daarbij liet men de slak via een gat onder uit de oven wegstromen. Dit soort slakken heeft een typisch stroompatroon dat doet denken aan weggestroomd kaarsenvet. Anderzijds zijn er de kuilovens (afbeelding 2). Daarbij werd de slak in een kuil onder de oven opgevangen. Hierdoor zag deze er anders uit. Van deze grote slakkenklomp vinden we vaak fragmenten terug. De slakgedeelten die aan de zijkant van de kuil terechtkwamen, kregen een ietwat druipkaarsachtig aanzien. Andere slakgedeelten konden er echter amorf uitzien. Hoogovenslakken Naast de methode om smeedijzer te winnen, bestaan er ook procédés waarbij het ijzererts in zijn geheel vloeibaar gemaakt wordt om het ijzer van het restgesteente te kunnen scheiden. Dit gebeurt in zogenaamde hoogovens. Hoogovens kwamen echter pas vrij laat in de geschiedenis in zwang. De slakken die bij dit proces ontstonden (afbeelding 3 - 4 - 5), zien er heel anders uit dan de slakken die we van de meer primitieve smeedijzeroventjes kennen. Ook bij deze procédés zien de slakken er niet altijd hetzelfde uit. We komen zowel hoogovenslakken met een glasachtige massa als slakken met een grovere structuur tegen. De speld
op de afbeeldingen hieronder is 3 cm lang.
Tekst en foto's: Jan Weertz
|
|||||||||||||
© De Belemniet |